Vanochtend alles voorspoedig gegaan met het terugbrengen van onze camper en het vliegen naar Ayers Rock. Omdat we overdag vlogen konden we het landschap heel mooi zien veranderen van het drukke Sydney, naar de groene bergen en vlakten, naar het rode zand van de Outback. Ineens stak daar het enorme rotsblok boven het vlakke land uit: Ayers Rock (Uluru genoemd door de Aboriginals). Deze lijkt inderdaad erg rood van kleur te zijn en valt daardoor enorm op.

Onze planning was om eerst door te rijden naar Kings Canyon en van daaruit weer terug te rijden naar Uluru. We hadden bij verhuurmaatschappij 'Avis' de kleinste auto gereserveerd, maar we kregen een gratis upgrade naar een hele grote: Een Ford Falcon, wij helemaal gelukkig natuurlijk! Zo heb ik zo'n 300 kilometer gereden door het rode landschap, natuurlijk erg decadent met de airco aan en de cruise control (hihi). Onderweg nog gestopt bij 'Mt Conner', maar die is minder bekend. Daarna kwamen we aan bij ons hostel. Wel raar zo midden in de woestijn, maar alles is er aanwezig en het hele dorpje bestaat uit toerisme. Toch wonen hier ook mensen en niet alleen Aboriginals, dat vind ik wel apart. Je hebt hier niets als alleen maar zand en gesteente, dus wat moet je hier dan de hele dag? Ja, werken voor de toeristen, maar verder? We delen een kamer met nog 2 andere Australiers uit Brisbane, die hun eigen land aan het verkennen zijn. Morgen gaan we vroeg opstaan om de zonsopgang te kunnen bekijken in Kings Canyon.